Wissels, seinen en baansignalering worden via de computer met de Märklin software "Windigital". De software is al behoorlijk gedateerd (het werkt nog met XP als besturingssysteem). Zolang de XP-computer nog naar behoren werkt, blijf ik het programma nog gebruiken. Het is een redelijk gebruiksvriendelijk programma en ik heb er inmiddels al aardig wat ervaring mee opgedaan.
Voor de baansignalering gebruik ik de terugmelders 5217 van Viessmanm (S88). Deze zijn voordelig en betrouwbaar in het gebruik (de blauwe stekkers moeten nog door bruine vervangen worden). Niveau 0 en 1 zijn precies in 16 baansecties verdeeld.
De terugmelders (encoders) 5217 zijn m.b.v. een zesaderige platte kabel op de S88 ingang van de Uhlenbrock Intellibox. Onderling zijn de terugmelders via een dergelijke kabel met elkaar verbonden
De rode- en de zwarte draden zijn voor de voeding van de baan. Rood is de plusdraad en bruin is de massadraad. De voeding voor wissels, seinen en verlichting staan op een apart stroomcircuit, met een een aparte transformator.
De groene draad is de draad voor de stopsecties (seinen). Deze draad zit op de middengeleider (plus) aangesloten. Ondergronds worden de seinen weggelaten. De stopsecties bestaan uit geïsoleerde baandelen.
De baansignalering zit op een van de railstaven ( =massa) aangesloten. Met een bruine draad gaat een signaleringspunt naar de Viessmann terugmelder 5217. De railstaaf moet aan beide uiteinden met een plastic raillas (van Roco) geïsoleerd worden.
Zodra een baangedeelte door een trein 'bezet' is, kleurt het betreffende gedeelte rood op het scherm.
De virtuele situatie op het computerscherm ziet er in de praktijk zo uit.
Video van "Baan in uitvoering 18". Opgemerkt moet worden dat de rails nog los op baan ligt.